Als het gaat om behoud van natuurlijk groen binnen en buiten de stad is de mens doorgaans sterk geneigd om daarbij vooral aan behoud van bomen te denken. Echter, als het om groenbeleving gaat, speelt daar juist de zogeheten onderbegroeiing een grote rol, want het zijn juist de struiken en bloemen waar wij als mens vooral naar kijken. Vergelijk het met een bos: wat spreekt ons als natuurliefhebbers het meeste aan als wij in een bos lopen? Zien we dan niet het liefst een gemengd bos? In een gemengd bos zien wij niet alleen rijzige stammen van verschillende soorten bomen, maar ook lagere begroeiing. In dat weelderig groen zou zich zomaar een hert schuil kunnen houden. Voor een plezierig wandelgebied met een hoge natuurbeleving zijn bomen van belang. Maar struiken en andere lage begroeiing zijn voor een echt groen Risdam-Noord eveneens onmisbaar
Geschiedenis van stedelijk groen
De negentiende eeuw stond in het teken van de industriële revolutie, waar fabrieken en mechanisatie het aangezicht van de stad gingen domineren. In het midden van de industriële revolutie begon men onder invloed van de romantici het belang in te zien van de natuurlijk schoon en groen in steden en dorpen, anders dan voor jachtgronden. In de 19de eeuw is men begonnen met de aanleg van stadsparken en plantsoenen.
Dat geldt ook voor Hoorn. We hoeven maar te denken aan het Julianapark, Wilhelminaplantsoen en niet te vergeten op de voormalige omwalling van de stad langs de Draafsingel en het Noorderplantsoen. De stijl waarin deze plantsoenen zijn vormgegeven is de Engelse landschapstuin: een keur aan boomsoorten, perkjes en meanderende paden. Iets dat overigens mede is ingegeven door de aanwezige vestingwallen rond de oude binnenstad.Bij het ontwerpen van stadsuitbreidingen in de tijd van Hoorn als groeikern (wijken als de Risdam) werd in de zeventiger jaren van de vorige eeuw nog meer ruimte gereserveerd voor openbaar groen.
De Risdammerhout, maar ook de groene zone langs de Provinciale weg en wijkpark Risdam-Noord zijn daar voorbeelden van. Daar zien we in de oorspronkelijke ontwerpen veel struikgewas, behoud van oude structuren, dichte begroeiing en in sommige gevallen is in het oorspronkelijke plan ook een heemtuin opgenomen die door omwonenden onderhouden is. Misschien nog wel kenmerkender aan wijken uit vooral de jaren zeventig is toepassing van brede groenstroken, (rozen)struiken en plantsoenen met dichte begroeiing. Daarmee onderscheiden deze wijken zich van de wijken uit de jaren vijftig en zestig, waar woningen veel dichter op elkaar zijn gebouwd en de nadruk dan ook vooral lag op het huisvesten van zo veel mogelijk mensen.
De groengebieden uit de jaren ‘70 en ‘80 verschillen sterk met parken van recentere datum. Het Spragerpark, tussen de Westfriese Parkweg en Hof van Holland is daar een voorbeeld van. Het laatste park is meer ingericht naar de moderne ideeën van groenbeheer. Hier zien we veel meer gazongras, maar weinig bomen, en struikgewas. Dichte beplanting met bomen is geheel afwezig, waar in de oudere parken dergelijke besloten stukken in groteren getale aanwezig zijn. Het park heeft hierdoor natuurlijk een ander karakter. Maar hoe hoog zijn de belevings- en natuurwaarde? Allicht heeft de opzet van dit moderne park als voordeel dat het efficiënt te beheren is; er is weinig expertise vereist bij het ‘maaien van gras’.
Groenbeheer
Dat brengt ons op het volgende. Hoewel Risdam-Noord een compact gebouwde stadswijk is, valt er nog veel te genieten aan groen. Helaas zijn in de loop der jaren veel struiken uit bezuinigingsoogpunt verdwenen en vervangen door gras. Maar ook de struiken die er nog zijn, hebben te lijden onder een efficiëntieslag in het beheer.

Want sinds uit kennelijk efficiëntieoverwegingen bij het groot onderhoud van het groen er met bosmaaiers geklepeld wordt, is veel groen verdwenen. En dan hebben we het over het groen waar we als mens het meeste van genieten, zoals we in een gemengd bos met veel onderbegroeiing zouden doen. Juist dat verdwijnende groen en het rigoureuze klepelen van aanwezige struiken was voor bewoners van onze wijk een belangrijke aanleiding tot het oprichten van Risdam-Noord.
Een sprekend voorbeeld zien we rond het trapveldje bij de Opgang. Daar zijn bijvoorbeeld de heesters en struiken tussen de Opgang en trapveldje verwijderd en de opgaande struiken daaronder worden nu jaarlijks vlakweg geklepeld. Daarbij wordt voorbij gegaan aan het feit dat de struiken op een soort dijkje ligt (een zogeheten talud).
Zou toch mooi zijn als dat profiel ook zichtbaar zou in de begroeiing?
Groenvisie
Lang gold dat er over het onderhoudsbeleid voor groen geen echte inspraak was geregeld voor bewoners van de gemeente. De gemeente bepaalde alles rondom het beheer van het groen, van inrichting tot beheer en wijziging. Dit was geen aanleiding tot hevig verzet, omdat het groenbeleid lange tijd de oorspronkelijke opzet van het groen in de wijk respecteerde. Dat veranderde met de eerder genoemde kaalslag die plaats heeft gevonden na 2010. Blij waren wij dan ook met de Groenvisie. Hier was door de gemeenteraad afgedwongen dat de Hoornse burger mocht meepraten over het beleid rondom groen(onderhoud), De Groenvisie, zoals het beleid heet, staat vol met groene perspectieven. Het streven naar een Hoorn waar het stedelijk groen die plaats krijgt die het verdient.
Helaas blijkt de praktijk weerbarstig en is het effect van het uitgestippelde beleid tot op heden minimaal en is er weinig verschil op te merken in de wijze waarop het beheer wordt uitgevoerd. Dit komt vooral naar voren in hoe er in onze woonomgeving juist het beeldbepalend groen als hazelaars en ander hoogopgaande boomheesters geslachtofferd worden. Daarbij moeten we helaas constateren dat er op verschillende plekken juist in parken tientallen jaren oude hazelaars moeten wijken. De reden daartoe is onduidelijk, maar het lijkt in strijd te zijn met de afspraken die tussen bewoners en gemeentelijke organisaties zijn gemaakt.
Het belang van de struiken in het openbare groen, de zogenaamde ondergroei, moet derhalve nog altijd worden onderstreept. Niet alleen de positieve gevolgen voor de groenbeleving, maar ook de invloed op natuurwaarden en biodiversiteit zijn vermeldenswaardig. Struiken geven niet alleen beschutting aan de wandelaar, maar ook aan diverse vogels. Vogels die bijvoorbeeld afkomen op de rozenstruiken om zich daar te voeden. Het is hoog tijd dat de onderhoudsploegen het beleid in de Groenvisie opvolgen. Dat er wordt vooruitgekeken. Er wordt gezorgd voor vroegtijdige aanplant die zorgt dat de aanblik van Risdam-Noord groen blijft.
En we allen tevreden kunnen stellen: Risdam-Noord? Groen!